Zolang we onszelf en elkaar maar voorhielden dat we deze snelheid wel aankonden, was er niets aan de hand. Toch vielen er regelmatig mensen van de trein die het tempo niet meer konden bijbenen. Ik was altijd blij dat ik dat niet was, ook al wist ik dat ik al jaren op het randje van de wagon stond.
Een boek in mijn ene hand en een wijntje in de andere. Zo kwam er een einde aan mijn vakantie. Dit jaar waren mijn weekjes weg anders geweest dan andere jaren. Normaal gesproken trok ik met een diepe zucht thuis de deur achter me dicht en stapte ik de auto in. Nog met het laatste optreden in mijn lijf en een lijstje van heb-ik-alles in mijn hoofd. Dit jaar was dat niet zo. Ik had het de afgelopen maanden minder druk gehad dan andere jaren. Door Corona had ik minder gewerkt. Ik heb mezelf wel bezig gehouden. Sterker nog, eigenlijk had mijn agenda steeds vol gezeten. Maar toch, het was anders: De druk was van de ketel.
De afgelopen jaren voelden als een snelheidstrein die nooit stopte. Zelfs niet wanneer ik dat nodig had. Maar blijkbaar vond ik het belangrijker om in die trein te blijven zitten dan naar mezelf te luisteren, want in die trein had ik een leven opgebouwd. En er waren zoveel andere reizigers om mij heen die hetzelfde deden, dus waarom niet? Zolang we onszelf en elkaar maar voorhielden dat we deze snelheid wel aankonden, was er niets aan de hand. Toch vielen er regelmatig mensen van de trein die het tempo niet meer konden bijbenen. Ik was altijd blij dat ik dat niet was, ook al wist ik dat ik al jaren op het randje van de wagon stond.
Maar wat is er dan veranderd?